Mijn baby zegt ‘naan’ voor ‘banaan’
Hoe komt het dat kinderen vaak bij een woord met meer lettergrepen het laatste deel van het woord zeggen?
In onze communicatie zit de boodschap meestal in het achterste gedeelte van een zin. Op het laatste woord in een zin leggen we ook vaak de nadruk.
Kijk maar eens naar de volgende zinnen:
- Kom, we gaan eten!
- Je bent moe, ga maar lekker slapen.
- Pak maar een boekje.
- We gaan naar de dierentuin!
Kinderen pikken op dat de boodschap in het laatste gedeelte van de zin zit en die regel passen ze toe op woorden.
Hier vind je een aantal voorbeeld hoe je kind woorden met meerdere lettergrepen kan uitspreken:
- ‘visie’ = televisie
- ‘sijntjes’ = rozijntjes
- ‘Sinterklaas’ = kaas
- ‘sjappen’ = boodschappen
- ‘fant’ = olifant
- ‘sjiene’ = wasmachine
- ‘naan’ = banaan